Voorbeelden van het gebruik van Dader in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik zal de dader vinden, maar ik heb meer tijd nodig.
De dader is een vrouw.
De dader moet op de basis werken.
Hier heeft de dader de lichamen gebalsemd.
Niemand gaat weg tot we weten wie de dader is.
Dat je wist wie de dader was.
Als we de dader vinden, hebben we haar nodig.
De dader heeft een spoor achtergelaten.
Dus de dader is geen scherpschutter.
Ja, de dader moet haar kleding omgewisseld hebben.
Ik ben bang dat ze geen dader zullen vinden voor zijn dood….
Ik denk dat we onze dader hebben.
We zagen de dader.
Ze denken dat hij de dader is.
Ik heb een nieuwe theorie over onze dader.
Als de dader hier is… wil ik niet dat hij ontsnapt.
Hebben ze de dader gevonden die dat met je haar heeft gedaan?
De dader, David Brass… werkte als bewaker in de Oswald.
Ik heb de dader gezien, de aanrijder die gevlucht is.
De dader wilde Trevor psychisch martelen.