A WRECK - vertaling in Nederlands

[ə rek]
[ə rek]
een wrak
a mess
wreck
a shipwreck
wrack
the wreckage
clunker
kapot
apart
defective
faulty
kaput
knackered
heartbroken
broken
busted
destroyed
devastated
een ongeluk
accident
crash
a car crash
misfortune
een bouwval
a ruin
a wreck
a dump
falling apart
een vrak
a wreck
een scheepswrak
a shipwreck
a wreck
vernield
destroy
ruin
smash
wreck
destruction
trashing
vandalize
breaking
tearing up
een schipbreuk
a shipwreck
a wreck
n wrak
a mess
wreck
a shipwreck
wrack
the wreckage
clunker
een autowrak
a wrecked car
an end-of-life vehicle

Voorbeelden van het gebruik van A wreck in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Emily. She's been in a wreck.
Emily, ze zit in een autowrak.
No man alive can foretell a wreck.
Geen mens kan een schipbreuk voorspellen.
Her parents must be a wreck.
Haar ouders zijn er vast kapot van.
I'm a wreck.
Ik ben een wrak.
They were drunk, They had a wreck.
Ze waren dronken en ze hebben een ongeluk gehad.
I thought… Everything's a wreck.
Ik dacht even… Alles is vernield.
Opposite the Melanson's, under a wreck.
Tegenover de Melansons, onder een autowrak.
it's just about made a wreck of me.
ik ben er gewoon kapot van.
I'm never a wreck. I'm a wreck.
Ik ben een wrak. Ik ben nooit een wrak.
A wreck? Now, that's enough, Tom?
Genoeg, Tom!- Een schipbreuk?
There was a wreck… 10, 12 years ago.
Er was 10, 12 jaar geleden een ongeluk.
I have been a wreck since Casey went to prison.
Ik ben 'n wrak sinds Casey vastzit.
This ship is a wreck.
Dit schip is een wrak.
I mean, think of what he's been through. He's a wreck.
Hij heeft zoveel doorgemaakt, hij is kapot.
I have just been a wreck since Casey went to prison.
Ik ben 'n wrak sinds Casey vastzit.
I'm a wreck. I'm never a wreck.
Ik ben een wrak. Ik ben nooit een wrak.
I hopped a train to come here, because I knew you would be a wreck.
Ik wist dat je kapot zou zijn.
I'm a wreck who doesn't dare do anything.
Ik ben 'n wrak dat niets meer durft.
Her mother's a wreck.
Haar moeder is een wrak.
If you see him, I'm a wreck.
Zeg tegen hem dat ik kapot ben.
Uitslagen: 478, Tijd: 0.043

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands