CAN COUNT ON YOU - vertaling in Nederlands

[kæn kaʊnt ɒn juː]
[kæn kaʊnt ɒn juː]
op je kunnen rekenen
can count on you
to be able to count on you
been able to depend on you
op je kan rekenen
can count on you
to be able to count on you
been able to depend on you
op je kan vertrouwen
kunnen op je rekenen
can count on you
to be able to count on you
been able to depend on you
op je kon rekenen
can count on you
to be able to count on you
been able to depend on you

Voorbeelden van het gebruik van Can count on you in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Show her she can count on you.
Laat zien dat ze op je kan rekenen.
I need to know that I can count on you.
Ik moet weten of ik op je kan rekenen.
I need to know I can count on you.
Ik moet weten, of ik op je kan rekenen.
I think I can count on you.
Ik denk dat ik op je kan rekenen.
I need to know I can count on you.
Ik moet weten, dat ik op je kan rekenen.
Knowing I can count on you during hard times.
Wetende dat ik kan op je rekenen in moeilijke tijden.
This way people know they can count on you during good and difficult times.
Zo weten mensen dat ze op je kunnen reken in goede en moeilijke tijden.
I can count on you, right?
Ik kan op je rekenen, toch?
I can count on you?
Ik kan op je rekenen?
So I can count on you?
Dus ik kan op je rekenen?
Then I can count on you coming in tomorrow?
Dus ik kan op je rekenen, morgen?
I can count on you for tomorrow, ok?
Ik kan op je rekenen morgen, hé?
I hope I can count on you, Jimmy.
Ik hoop dat ik kan op je rekenen, Jimmy.
That mean I can count on you?
Dus ik kan op je rekenen?
Can count on you do not, however.
Kan rekenen op je dat niet doet, echter.
I can count on you, Sheriff.
Ik kan op je rekenen, sheriff.
but the people can count on you.
maar de bevolking kan op je rekenen.
I know I can count on you.
Ik weet dat ik kan rekenen op je.
It's really important that I can count on you.
Het is echt belangrijk dat ik kan rekenen op je.
Then I can count on you?- Okay,?
Dus ik kan op u rekenen?
Uitslagen: 175, Tijd: 0.0594

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands