Voorbeelden van het gebruik van Don't know his name in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Who? I don't know his name, monsieur.
Wie? Ik weet z'n naam niet, monsieur.I don't know his name.- Uh, Omar?
Ik ken zijn naam niet. Eh, Omar?I don't know his name. Ryan.
I don't know his name, but we went to his place just before.
Ik weet z'n naam niet, maar we Who? I don't know his name.
Wie? Ik ken zijn naam niet.Ryan.- I don't know his name.
Ryan. Ik weet zijn naam niet.I don't know his name.
Lk weet z'n naam niet.Who? I don't know his name, monsieur.
Wie? Ik weet zijn naam niet, mijnheer.I don't know his name, but you do. In the record store.
Ik ken zijn naam niet, maar jij wel. In de platenwinkel.I don't know his name. He's a lunatic.
Ik weet z'n naam niet. Hij I don't know his name.- Lloris?
Ik ken zijn naam niet. Lloris?But who? I don't know his name.
Wie? Ik weet zijn naam niet.I don't know his name.- Who?
Wie? Ik weet z'n naam niet,?I don't know his name.-Who?
Ik weet zijn naam niet.- Wie?I don't know his name. Doyle?
Ik ken zijn naam niet. Doyle?He looks familiar but I don't know his name.
Ik ken hem wel, maar ik weet z'n naam niet.Who?-I don't know his name.
Ik weet zijn naam niet.- Wie?Yes, but I don't know his name.
Ja, maar ik ken zijn naam niet.You know this man well and you don't know his name?
U kent hem goed en u weet z'n naam niet.And you don't know his name?
En je weet zijn naam niet?
