HAVING FUN - vertaling in Nederlands

['hæviŋ fʌn]
['hæviŋ fʌn]
plezier hebben
have fun
have the pleasure
to have a good time
plezier
fun
pleasure
favor
joy
enjoy
enjoyment
favour
leisure
happy
delight
plezier maken
have fun
fun
make merry
enjoy ourselves
make pleasure
pret hebben
having fun
lol hebben
have fun
have a good time
have a party
pret
fun
lol
fun
favor
favour
good time
laugh
just
lol maken
have fun
make fun
be fun
vermaken
entertain
enjoy
amuse
have fun
have a good time
entertainments
having fun
het hebben van leuk
zich amuseert
is het leuk

Voorbeelden van het gebruik van Having fun in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Father and son having fun, playing with kite together.
Vader en zoon plezier, samenspelen met kite.
Having fun.
And having fun.
Was having fun the point?
Was plezier hebben de bedoeling?
We're here to fake having fun.
We veinzen lol.
Happy family having fun on a bed.
Gelukkige familie die pret op het bed heeft.
Women having fun hiding her pretty eyes by two flowers.
Vrouwen die pret hebben die haar mooie ogen verbergen door twee bloemen.
You guys look like you're having fun, though.
Jullie vermaken je, zo te zien.
Drinking and having fun as before.
Drinken en lol maken zoals vroeger.
Still having fun, I see.
Nog steeds plezier, zie ik.
Are we having fun or are we just chatting?
Gaan we lol hebben of alleen praten?
Having fun with their favorite toys.
Plezier hebben met hun favoriete speelgoed.
Laughter yoga goes just beyond laughing and having fun.
Lachyoga gaat verder dan gewoon lachen en plezier maken.
We're just having fun here.
We maken hier gewoon wat lol.
Two children having fun in the kitchen.
Twee kinderen die pret in de keuken hebben.
Group of children having fun, lying on the floor.
Groep die kinderen die pret hebben, op de vloer liggen.
Are you having fun?
Vermaken jullie je?
Two Carefree Girls are Having Fun on Green Grass during Weekend in the Park.
Twee zorgeloos Girls are Having Fun op groen gras tijdens Weekend in het Park.
Having fun, laughing, joking with the kids.
Lol maken, lachen, grappen maken met de kinderen.
Hello there. Still having fun, I see.
Nog steeds plezier, zie ik. Hallo daar.
Uitslagen: 1561, Tijd: 0.0789

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands