Voorbeelden van het gebruik van Kaspar in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Kaspar and Joosep, come out.
Kaspar is very helpful and hospitable.
Kaspar is zeer behulpzaam en gastvrij.You remember Kaspar. Terrified.
Doodsbang. Je kent Kaspar nog.Do you understand, Kaspar?
Heb je dat begrepen, Kaspar?Kaspar! You startled me!
Kaspar, je liet me schrikken!You startled me!- Kaspar!
Kaspar, je liet me schrikken!Kaspar, just bring the money.
Breng het geld, Kaspar.Kaspar…! What is it,?
Kaspar, wat is er toch?Kaspar Dubicki's my man in Warsaw.
Kaspar Dubicki is mijn mannetje in Warschau.Works by Kaspar Dejong and Stephanie Baechler.
Met werk van Kaspar Dejong en Stephanie Baechler.Kaspar, i love you day six.
Kaspar, ik hou van je.Kaspar, where were you last night?
Kaspar, waar was je afgelopen nacht?Kaspar, what has gone into you?
Kaspar, wat is er met je gebeurd?Take your seat. Go on, Kaspar.
Kaspar. Ga zitten.Kaspar Winklerinvented the first Sika product in 1910.
Kaspar Winkler ontwikkelde het eerste Sika product in 1910.Thea, are you still with Kaspar?
Thea, ben je nog steeds met Kaspar?You know, Kaspar, you sicken me.
Weet je, Kaspar, je maakt me ziek.Kaspar thank you very much for everything!
Kaspar heel erg bedankt voor alles!Swiss theologian Johann Kaspar Lavater publicly challenged Mendelssohn.
De Zwitserse theoloog Johann Kaspar Lavater daagde Mendelssohn publiekelijk uit.Kaspar, the little weasel, he turned.
Kaspar, de wezel, hij sloeg om.
