Voorbeelden van het gebruik van Kaspar in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Vergeet het maar, Kaspar!
Breng het geld, Kaspar.
Kaspar en Joosep, naar buiten.
Kaspar is zeer behulpzaam en gastvrij.
Kaspar, je liet me schrikken!
Ga zitten. Vooruit, Kaspar.
Je kent Kaspar nog.-Doodsbang.
Waarom? Kaspar gaat met pensioen.
Kaspar, ik hou van je.
Kaspar, je liet me schrikken!
Ik kende Kaspar door en door.
Vooruit, Kaspar. Ga zitten.
Doodsbang. Je kent Kaspar nog.
Heb je dat begrepen, Kaspar?
Kaspar, wat is er toch?
Kaspar Dubicki is mijn mannetje in Warschau.
Kaspar heel erg bedankt voor alles!
Kaspar gaat met pensioen. Waarom?
Bij de nieuwe Bar Kaspar, bijvoorbeeld.
Kaspar, wat is er toch?