LIVED ALONE - vertaling in Nederlands

[livd ə'ləʊn]
[livd ə'ləʊn]
woonde alleen
live alone
just live
leefde alleen
life alone
only live
life only
live alone
life just
are only alive
alleenstaand
single
alone
isolated
unattached
woont alleen
live alone
just live
woonden alleen
live alone
just live
woon alleen
live alone
just live
alleen geleefd
life alone
only live
life only
live alone
life just
are only alive

Voorbeelden van het gebruik van Lived alone in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Both of these people were elderly and lived alone.
Beide mensen waren bejaard en woonden alleen.
I have never lived alone.
ik heb nooit alleen geleefd.
Lived alone, nobody knew.
Leefde alleen, niemand wist het.
Lived alone, poor creature.
Woonde alleen, die stakker.
College grad, lived alone. Thirty-one years old.
Jaar, afgestudeerd, woont alleen.
Lived alone, no job.
Leefde alleen, werkloos.
Esther lived alone with her son Jonathan.
Ester woonde alleen met haar zoon Jonathan.
Thirty-one years old college grad, lived alone.
Jaar, afgestudeerd, woont alleen.
Edna lived alone.
Edna woonde alleen.
She lived alone and had several cleaning jobs.
Ze leefde alleen en had verschillende baantjes.
College grad, lived alone. 31 years old.
Jaar, afgestudeerd, woont alleen.
Witnesses? Lived alone, no next of kin?
Leefde alleen, geen nabestaanden. Getuigen?
Lived alone, flat in the Clifton area.
Woonde alleen, flat in Clifton.
Lived alone, no next of kin. Witnesses?
Leefde alleen, geen nabestaanden. Getuigen?
Thanks. She lived alone with her brother.
Dank je. Ze woonde alleen met haar broer.
I lived alone.
Ik leefde alleen.
She lived alone with her brother.- Thanks.
Dank je. Ze woonde alleen met haar broer.
He lived alone in a hotel.
Hij woonde alleen in een hotel.
He was single, lived alone.
Hij was vrijgezel, leefde alleen.
Mr. Brundish lived alone in the oldest house in Hardborough.
Mr Brundish woonde alleen in het oudste huis van Hardborough.
Uitslagen: 254, Tijd: 0.061

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands