LUIS - vertaling in Nederlands

• luis
• luís

Voorbeelden van het gebruik van Luis in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Luis, people always attend.
Luís, de mensen komen altijd.

Get Luis and Pieter. Okay.
Oké. Haal Luis en Pieter.

Luis, you're a fool!
Luís, je bent een sukkel!

Okay. Get Luis and Pieter.
Oké. Haal Luis en Pieter.

This resort is 77 km from Luis Eduardo Magalhães Airport.
Dit resort ligt op 77 km van de luchthaven Luís Eduardo Magalhães.

I said yes. No, Luis.
Ik heb ja gezegd. Nee, Luis.

President: Mr Luis CAPOULAS SANTOS.
Voorzitter: de heer Luís CAPOULAS SANTOS.

Luis Fernando. He had a family.
Hij had een gezin. Luis Fernando.

Their home stadium is Estadio Luis Loreto Lira.
Het stadion heette eerst Estadio Luís Loreto Lira.

He had a family. Luis Fernando.
Hij had een gezin. Luis Fernando.

I'm actually here for José Luis.
Ik kwam eigenlijk voor José Luís.

Mackenzie, and Luis.
Mackenzie en Luis.

I'm actually here for Jose Luis.
Ik kwam eigenlijk voor José Luís.

San Luis- is a quiet
San Luis- is een rustig

I wish you the best, Luis.
Het beste, Luis.

But uh, why was she I mean it, after Luis?
Maar waarom zat ze, ik bedoel, het, achter Luis aan?

Luis' signature deck comes with a sweet midnight blue gloss powder coating.
Luis' gesigneerde deck wordt geleverd met een mooie nachtblauwe, glanzende poedercoating.

Luis' daughter Filipa is also responsible for the success of Equipe Valença.
Luis' dochter Filipa is ook verantwoordelijk voor het succes van Equipe Valença.

Luis, can you open up for me?- Yes,?
Louis kan jij de deuren even openen?

We spent more than a month at Luis' beautiful place.
We brachten meer dan een maand op Luis' prachtige plek.