PROUDER - vertaling in Nederlands

['praʊdər]
['praʊdər]
trotser
proud
pride
prideful
boasting
trots
proud
pride
prideful
boasting
reuzetrots op
fier
proud
tall
pride
high-steppin
fierder

Voorbeelden van het gebruik van Prouder in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I, for one, couldn't be prouder.
Ik, bijvoorbeeld, kan niet trotser zijn.
I have never been prouder.
Ik ben heel trots.
No mother could ever be prouder.
Geen enkele moeder kan trotser zijn.
I couldn't be prouder.
Ik ben hartstikke trots.
Nothing would make me prouder.
Niets zou me trotser maken.
I couldn't be prouder.
Ik ben erg trots.
I couldn't be prouder, my boy.
Ik kon niet trotser zijn.
Couldn't be prouder.
Ik ben zo trots.
Nothing would have made Billy prouder.
Niets zou Billy trotser maken.
I couldn't be prouder.
Ik ben enorm trots.
I have never been prouder.
Ik ben nog nooit trotser geweest.
I couldn't be prouder.
Ik ben trots.
I have never been prouder.
Ik ben nog nooit zo trots geweest.
I'm even prouder.
Nu ben ik echt trots.
Nothing could make me prouder than that.
Niets kan me meer trots dan dat.
But I couldn't be prouder.
Maar ik ben erg trots.
No one could be prouder to be your wife.
Er is geen trotsere echtgenote dan ik.
The fewer, the prouder, the braver.
De weinigen, de trotse, de dappere.
Prouder you are still not on your hunting dog”;
Trotser kun je op je jachthond toch niet zijn'.
Prouder than wild, sad enough to sing.
Trotser dan wilde, triest genoeg om te zingen.
Uitslagen: 217, Tijd: 0.0408

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands