Voorbeelden van het gebruik van What's that thing in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mama, look, what's that thing?
Mama, kijk, wat is dat voor een ding?What's that thing in the middle of that room?
Wat is dat voor ding midden in die kamer?What's that thing called?
Hoe word dat ding genoemd?What's that thing up there?
Wat is dat voor ding?What's that thing?
Wat is dat voor iets?What's that thing you put the pump into?
Hoe heet dat ding waar je 'm oppompt?What's that thing?!
Wat voor ding?What's that thing? Hey?
He. Wat is dat voor ding?Hey. What's that thing?
He. Wat is dat voor ding?I have always wondered, what's that thing over the door called?
What's that thing in the middle of that room?
Wat is dat voor ding in 't midden?What's that thing in your ear for?
Waar is dit ding in je oor voor?Fine.- What's that thing?
Wat is dat voor ding?- Goed?What's that thing? No problem.
Wat is dat voor een ding? Geen probleem.No problem. What's that thing?
Wat is dat voor een ding? Geen probleem?Fine.- What's that thing?
Goed. Wat is dat voor ding?Now! What's that thing?
Nu. Wat is dat voor een ding?Hey, what's that thing?
Hé, wat is dat voor ding?Where? Mama, look, what's that thing?
Waar? Wat is dat voor een ding, mama?Thanks. What's that thing?
Wat is dat voor ding? Bedankt?
