HATCH - vertaling in Nederlands

• hatch

Voorbeelden van het gebruik van Hatch in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Jim Hatch, foreur.
Jim Hatch, boorder.

Hatch est le meilleur.
Hatch is mijn beste man.

Aaron Hatch et son clan.
Aaron Hatch en zijn clan.

Je suis l'inspecteur Hatch.
Ik ben rechercheur Hatch.

Mes amis m'appellent Hatch.
Mijn vrienden noemen me Hatch.

Hatch et elle avaient une relation.
Zij en Hatch hadden een relatie.

Aaron Hatch était un homme bon.
Aaron Hatch was een goed persoon.

Je vous croyais chez Mme Hatch?
Ik dacht dat je bij Mrs Hatch was?

Hatch est mon gardien de but.
Hatch is mijn doelman.

Notre Hatch connaît la mythologie.
Dus Hatch kent zijn mythologie.

Le ballon passe au-dessus de Hatch.
Hij schiet de bal langs Hatch.

Hatch est ton infirmier, non?
Hatch is toch officieel je trainer?

Vous avez laissé Hatch s'en aller.
Je hebt Hatch laten lopen.

Je n'ai pas beaucoup de temps, Hatch.
Ik heb niet veel tijd, Hatch.

Hatch, le comité a accepté ton plan.
Hatch, de commissie heeft je plan overwogen.

frère Hatch.
broeder Hatch.

Hatch serait mort,
Hatch zou dood zijn

frère Hatch.
broeder Hatch.

Mr. Hatch.
Mr Hatch.

Allez, Hatch, j'ai déjà vu tes preuves.
Kom op, Hatch. Ik heb je bewijs eerder gezien.