Voorbeelden van het gebruik van Hatch in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Aaron Hatch en zijn clan.
Mijn vrienden noemen me Hatch.
Aaron Hatch was een goed persoon.
Zij en Hatch hadden een relatie.
broeder Hatch.
Hij schiet de bal langs Hatch.
Drink je weer, Hatch?
Dus Hatch kent zijn mythologie.
Ik heb niet veel tijd, Hatch.
broeder Hatch.
Hatch is toch officieel je trainer?
Agent Gerald Hatch, 17 dienstjaren.
Ik dacht dat je bij Mrs Hatch was?
Hatch, de commissie heeft je plan overwogen.
Mr Hatch.
Als je komt afgeven op Mrs Hatch.
niet Broeder Hatch.
Hatch zou dood zijn
Ze zouden naar de Hatch Shell gaan.
Zelfs God houd de spoorlijn niet tegen, Mr Hatch.