KARIN - vertaling in Nederlands

• karin
• karen

Voorbeelden van het gebruik van Karin in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

tante Karin n'aime pas la tante Rita
Tante Karin houdt niet van tante Rita

Karin JONS(PSE, DE) Proposition de décision du Parlement européen
Karin JÖNS( PES, DE) Verslag over het

Monsieur le Président, je fais mienne l'évaluation positive du rapport présenté il y a un instant par ma collègue Karin Junker et j'ajouterai
Mijnheer de Voorzitter, ik deel het positieve oordeel dat mijn collega Karin Junker zojuist over dit verslag heeft uitgesproken.

sa fille Karin est resté en Allemagne jusqu'en 1947
zijn dochter Karin geboorte in Duitsland tot 1947, toen hij er in geslaagd haar

en remplacement du Docteur Heyde, Karin, dont il achèvera le mandat.
ter vervanging van Dokter Heyde, Karin, wiens mandaat hij zal voleindigen.

Karin. Oui.
Karin, ik.

Merci beaucoup, Karin.
Dank je wel, Karin.

C'est sûrement Karin.
Dat is vast Karin.

Présidente Mme Karin GASTINGER.
Voorzitter Mevrouw Karin Gastinger.

Karin a écrit celui-là.
Dat heeft Karin geschreven.

Karin, j'ai peur.
Karin, ik ben bang.

Je me connais, Karin.
Ik ken mezelf, Karin.

VAN LOON Karin, Bruxelles;
VAN LOON Karin, Brussel;

Je m'inquiète pour Karin.
Ik maak me zorgen om Karin.

Je t'aime, Karin.
Ik hou van je, Karin.

Karin arrive dans un instant.
Karin komt er zo aan.

Karin m'a appelée ce matin.
Karin heeft me vanochtend gebeld.

Karin est une bonne épouse.
Karin is oké. Ze is oké.

Non, Karin. Au contraire.
Nee, Karin. integendeel.

Seule Karin Berquist le sait.
Alleen Karin Berquist begreep dat.