VISITEUR - vertaling in Nederlands

bezoeker
visiteur
participant
internautes
spectateur
gast
invité
mec
client
type
gars
hôte
personne
voyageur
visiteur
guest
visitor
visiteur
d'accueil
bezoekers
visiteur
participant
internautes
spectateur

Voorbeelden van het gebruik van Visiteur in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Même avec un visiteur aussi joli que toi.
Zelfs met een bezoekster zo mooi als jij.
Chaque visiteur passe en moyenne 2 heures et demie de temps dans le centre.
De bezoekers brachten toen gemiddeld één tot anderhalf uur in het park door.
Le Visiteur, Poèmes.
Het zeewijf, gedichten.
Pour comptabiliser chaque visiteur unique, le Site envoie un cookie à votre ordinateur.
Om unieke bezoekers op te achterhalen stuurt de Site een cookie naar uw computer.
Vous êtes un Visiteur?
Ben jij geen Bezoeker?
Le visiteur voit une pièce de papier.
De kijker ziet een stuk papier.
Le visiteur voit aussi
De kijker ziet ook
Nos sentinelles sont programmées pour tirer et tuer tout visiteur armé.
Onze wachters zijn geprogrammeerd om gewapende bezoekers te doden.
Nous avons un visiteur aujourd'hui, un Amèricain.
We hebben vandaag bezoek. Van een Amerikaan.
J'ai un visiteur pour toi.
Ik heb bezoek voor je.
Quel visiteur?
Wat voor bezoek?
Nous avons un visiteur, M. Carson.
We hebben bezoek, Mr Carson.
Vous avez un visiteur, M. Gordon.
Je hebt bezoek, Mr Gordon.
Tu as un visiteur tu sais pourquoi je suis là?
Je hebt bezoek. Weet je waarom ik hier ben?
J'ai un visiteur pour Lockwood.
Ik heb bezoek voor Lockwood.
Je n'aime pas l'idée qu'elle soit notre premier visiteur.
Ik hou niet van de idee dat zij onze eerste bezoekster is.
Le badge visiteur personnel et véhicule.
De persoonlijke en voertuigbadge voor bezoekers.
Qui dit que je suis visiteur?
Wie zei dat ik een artsenbezoeker was?
Notre fille a un visiteur.
Onze dochter heeft bezoek.
Vous êtes un visiteur, ici.
Je bent hier op bezoek.
Uitslagen: 2599, Tijd: 0.2145

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands