Voorbeelden van het gebruik van Bezoeker in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Geen Bezoeker te zien.
Geen enkele bezoeker sinds ze terugkwam.
Ms Fung, Dr Tsui is… heeft een bezoeker.
Tancredi, je hebt een bezoeker.
Sheriff, je hebt een bezoeker.
Cindy, lieverd, je hebt een bezoeker.
Beka, we hebben een bezoeker.
George, je hebt een bezoeker.
We hebben een bezoeker, vanochtend.
Ik heb de bezoeker.
Buster kreeg ondertussen een onverwachte bezoeker.
Je hebt een bezoeker.
U heeft een bezoeker.
Maar ondertussen heb je een bezoeker.
Je hebt een bezoeker vandaag.
Jongens, we hebben een bezoeker.
Ze denken dat een bezoeker ze meeneemt.
Ik wacht op een bezoeker.
Tony, je hebt een bezoeker.
Ik was enkel een bezoeker.