Voorbeelden van het gebruik van Afgetuigd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Niemand wordt afgetuigd.
Kurt heeft Rick afgetuigd.
Maar we weten dat hij afgetuigd werd.
Eli is degene die Nate heeft afgetuigd.
We weten dat hij afgetuigd werd.
Heeft mijn jongere broer niet afgetuigd.
De eigenaar van de wagen met de dode Vietnamezen is afgetuigd.
Bewakers hebben Bosch afgetuigd.
Die weten alleen dat ik hem heb afgetuigd.
M'n broer die door een lul wordt afgetuigd.
Anton is al eens afgetuigd door de politie.
Waarom?- Waarom? U bent door neonazi's afgetuigd.
Ze is afgetuigd.
Hij heeft DeLuca afgetuigd.
M'n leverancier heeft net een kind afgetuigd.
U bent door neonazi's afgetuigd.
Ik was als kind vaak afgetuigd.
Tonya Nancy zelf heeft afgetuigd.
Ik wil die klojo's pakken die me afgetuigd hebben.
Ik heb de makelaar afgetuigd van wie ik dit onverkoopbare huis heb.