AFZEGT - vertaling in Duits

• absagt
• absagst
• absagen
• abbläst

Voorbeelden van het gebruik van Afzegt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Omdat je op het nippertje afzegt?
Weil du kurzfristig absagst?

Dien ik ze in. Als je nog één weekend afzegt.
Falls du noch ein Wochenende absagst… werde ich sie einreichen.

Ik wil niet dat je het huwelijk afzegt.
Ich will nicht, dass du diese Hochzeit absagst.

je zo laat afzegt.
wenn du kurzfristig absagst.

Ik wil dat jij de bruiloft afzegt.
Ich möchte, dass du eure Hochzeit absagst.

omdat je nooit afzegt.
weil du nie absagst.

Niet afzegt. Uitstelt.
Nicht abgesagt… verschoben.

ze op het laatste moment afzegt.
sie in letzter Minute abgesagt.

Ik kan ervoor zorgen dat ze het afzegt.
Ich könnte sie überreden, ihn abzusagen.

Als er iemand afzegt, denk dan aan mij.
Falls jemand ausfällt, rufen Sie mich an.

Als Brian zegt dat hij de tour afzegt, bedoelt hij dat niet vervelend, schat.
Schatz. Wenn Brian sagt, er bricht die Tournee ab, meint er es nicht.

Wa… ik neem aan dat je afzegt voor het diner.
Ich schätze, du sagst das Abendessen ab.

Als je 't maar niet afzegt.
Sag's nicht ab!

Je moet haar vertellen dat ze het afzegt.
Sag ihr, sie soll es sein lassen.

Je bedoelt dat je hem afzegt?
Sie sagen ihm ab?

Wat raar is, omdat je nooit afzegt.
Das ist seltsam, denn du sagst sonst nie ab.

Het is de derde keer dat hij een repetitie afzegt.
Er sagt zum dritten Mal eine Probe ab.

Ik wil dat je de rest van mijn afspraken voor vandaag afzegt.
Sagen Sie alle Termine für heute ab.

Ik denk dat je wat stukken moet herschrijven nadat hij de bruiloft afzegt.
Sobald er die Hochzeit abgesagt hat. Ich glaube, du musst vielleicht noch einige Umformulierungen vornehmen.

Ik wil dat je al mijn afspraken afzegt voor de rest van de maand.
Sagen Sie all meine Termine für den Rest des Monats ab.