Voorbeelden van het gebruik van Alibi in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Waarom? Omdat hij had een alibi had.
Ze hebben allebei een zwak alibi.
Ik bel haar werk en check haar alibi.
Doden hebben geen alibi.
Toen Daniël overleed, was hij bij mij. Het perfecte alibi.
Ze hadden een alibi.
Dusof ik 'n alibi heb?
De Cazals hebben een alibi.
Fred heeft een alibi.
De postbode heeft ook een alibi.
Ze had een alibi, dus ze werd niet verdacht.
Het alibi daar gelaten, lijkt de zaak tegen Louis solide.
Zonder alibi heb ik geen keus.
Het alibi van Steve Adams klopte.
Welk alibi? Ik was hier.
Als alibi… Hij is loodzwaar.
U moest hem dat alibi bezorgen, hè?
In films draait alles om een alibi en het dumpen van het lijk.
Zonder dat alibi hadden we hier meteen gezocht.
Ik check z'n alibi en we pluizen de dossiers uit. Juist, ja.