Voorbeelden van het gebruik van Assimileren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik heb miljoenen wezens helpen assimileren.
moet de controleunit de wolk onmiddellijk weer assimileren.
Ze willen ons assimileren.
We moeten assimileren.
Birnbaum meende dat joden niet moeten assimileren.
De plant kan zelf niet assimileren.
Het wordt tijd dat we zelf wat gaan assimileren.
Het schip vernietigen? Of assimileren?
Die konden we assimileren.
U mag Geordi niet assimileren. IK"?
Ik kom je assimileren.
Ik moet opnieuw assimileren.
U kunt mij ook niet assimileren.
Ik heb miljoenen zien assimileren.
Borg geven geen technologie weg, ze assimileren het.
We zullen bijeenkomen en een soort hemels 'bootcamp' creëren waarin we allemaal opnieuw in een samenleving kunnen assimileren die ons zo plotseling was ontnomen.
Willen wij in Europa bereidwillige immigranten assimileren, dan moeten wij ook durven zeggen
we niet willen assimileren met andermans stem.
het zal niet simpelweg assimileren het eiwit die je eet.
escorteer ons naar sector 001. Daar assimileren we uw cultuur en techno.