Voorbeelden van het gebruik van Bad in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
In bad duwt ze haar genitaliën… tegen de kraan aan.
Ik ben Bad Blake lieverd.
Jezus sloeg zijn ogen op naar de hemel en bad.
Hij zat in het bad.
Ik heb wat wijn in bad gemorst.
Ik bad voor wraak en kreeg het.
Dus nam ik een bad, maar ik voel me nu beter.
Het bad in.
Bad voor kuurzwemmen en heilgymnastiek.
Bad voor het slapen gaan, dat is de regel. Kom.
Ik ben Bad Blake. Ik ben hier in Houston.
Jezus viel op zijn gezicht en bad.
Mam, ik'verdwink'. Ik'verdwayne' in het bad.
Hij kan vallen in het bad.
En hij bad Hem zeer, dat Hij hen buiten het land niet wegzond.
Heb je het bad laten vollopen?
Het bad in, Tim!
Er komt water uit je bad.- Wat? Pardon.
Het bad in.
Bad is voor domkoppen.