Voorbeelden van het gebruik van Beef in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Beef je nu ook?
Mr La Beef is vanavond aangekomen.
Ik beef van angst!
Beef je niet als ik spreek?
Stom Vlaanderen. Beef allen voor de hertog van Springfield!
Beef, hoi. O, nee!
Ik beef er nog van.
Waarom beef je?
Ik zeg La Beef.
Ik beef van verwachting.
Alison, waarom beef je zo?
Archies moeder blijft corned beef en kool sturen.
Waarom beef ik zo?
Beef je niet als ik spreek?
Natuurlijk, Beef.
Ik beef omdat ik gelukkig ben.
Beef je niet als ik spreek?
Nee, Beef.
Daarom beef ik!
Mickey, beef je?