Voorbeelden van het gebruik van Belonen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Voorwaar, zo belonen Wij de weldoeners.
Een overzicht voor 1 AFC belonen- onbeperkt.
Hij was zo blij dat hij je wil belonen.
ik zal je behoorlijk belonen.
Je moet je man niet belonen als hij iets stoms doet.
Ik wil je belonen voor je moed.
Zo belonen Wij wie dankbaar is.
We willen je belonen.
Ik wil je belonen.
Ook moeten we intelligente en duurzame gedragingen en werkwijzen veel meer stimuleren en belonen.
Misschien belonen de goden me voor wat ik heb meegemaakt.
Ik zal mijn geweten belonen met alles dat haar hartje begeert.
Alternatief missies in kwantiteit, Zodat u belonen activiteiten te genieten.
Hoe belonen ze ons vertrouwen?
zal de regering u belonen.
Ik zal haar belonen.
Dat de plaag van een God u mag belonen.
Ik geloof in belonen.
En zo belonen Wij de weldoeners.
Ze zal je rijkelijk belonen.