Voorbeelden van het gebruik van Bender in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Eva Whitman, Tracy Bender.
Maar Fry is onze vriend, Bender.
Ik heb Bender gevonden!
Nee, Kameraad Bender.
Alsof hij wist dat Bender twee azen heeft.
Ik ben Bender. Je weet wel, de lieve deugniet.
Herinner jij je hoe Bender dat varkensbloed over mij goot?
Ik weet niet hoe Bender en ik doe al dit werk door onszelf.
Wacht. Bender is mijn beste vriend!
Ik weet niet hoe Bender en ik dit allemaal zelf moeten doen.
Ik ben Bender en ik zal deze roast presenteren.
Het is Bender. O, god!
Ik ben Bender. Ja?
Ik ben Leo Wong zijn nieuwe beveiligingsagent. He, Bender, kijkt dit.
De menselijkheid. En ook Bender.
Bender is een robot.
Die Bender gebruikte om bij Yivo te komen? En, Wernstrom, zag je misschien die machtige kabels?
Een brief van Bender, mijn goede vriend.
Een hoop Bender viel uit het kraaiennest.
Dat ga ik met Bender doen als hij wint.