Voorbeelden van het gebruik van Blauw is in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Blauw is so blah
Blauw is geen smaak.
En blauw is mijn lievelingskleur.
Blauw is het virus, goud is de mens.
Blauw is virus en goud is mens.
Ik zie, ik zie met mijn kleine ogen… iets dat blauw is.
Als zij beweren dat de hemel blauw is.
Rood is het alarm, blauw is van beveiligings camera's.
Ik verontschuldig me, want ik besef dat mijn tas eigenlijk blauw is.
Dat blauw is te fel voor op TV.
Blauw is een ballon jongen.
Blauw is het een jongen ballon.
Blauw is een ballon jongen.
Blauw is juist goed.
Het blauw is niet helemaal goed.
Dit blauw is zo mooi, maar je draagt het nooit.
Dat blauw is te licht voor de tv.
En dat blauw is geweldig.
Ja, blauw is koninklijk.