Voorbeelden van het gebruik van Bucket in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Alleen vrienden noemen me Bucket.
Dit is een verhaal over een gewoon jongetje… genaamd Charlie Bucket.
Alleen mijn vrienden noemen me Bucket.
De zeven leden van de familie Bucket woont in een twee-kamer-huis,
Alle buckets moeten minimaal eens per week geleegd worden.
Buckets. Dat is zo geweldig.
Hoeveel buckets zijn er?
Alsjeblieft, Bucket.
Dag Henry. Bucket.
Ja.-De bucket.
De Ice Bucket Challenge.
Zeg niet bucket list.
Enig nieuws over commandant Bucket?
Mr Bucket? Goedemorgen, Fagin?
Het is een spaniël. Bucket.
Een wegrestaurant genoemd'Suds Bucket.
Hoe gaat het, Bucket?
De naam is Buster Bucket.
Bucket, alles goed met je?
Ik moet de Ice Bucket Challenge doen!