Voorbeelden van het gebruik van Burt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Burt, wat ben je verdomme deze keer aan het doen?
Mr. Burt, maar ik mag je wel… Nee, US$225.
Hé, Burt. Wat is er?
Burt? Ben jij dat?
Burt, wat is er?
Burt, wat ben je nou weer aan het doen?
Hallo. Burt. Hoe gaat het?
Burt. We hebben een regeling.
Burt. Wij drieën waren onafscheidelijk.
Burt en ik hebben wel een paar duizend man geëvacueerd. Dat ben jij niet?
Burt.-Mag ik Tom zeggen?
Burt en ik waren naar zijn familie in Santa Barbara.
Nancy, Mindy. Burt hier.
Ja, ik, Burt!- Jij?
Goed.- Wat doe je met kerstmis, Burt?
Waarom neem je geen tweede hypotheek op je huis? Burt?
Wat doe je met kerstmis, Burt?- Goed.
Is dat Burt Reynolds?
Als u Burt alleen spreekt, weet u zo dat hij onschuldig is.
Burt is een van de populairste personages uit de reeks onder Tremors fans.