CHOCOLA - vertaling in Duits

Schokolade
chocolade
chocolademelk
van chocola
Kakao
cacao
chocolademelk
chocomel
cocoa
chocola
warme chocola
warme chocolade
yoo-hoo
cacoa
Schoko
chocolade
de choco
Pralinen
chocolaatje
chocola
bonbon
chocolade snoep
Schokoriegel
chocoladereep
reep
snoep
snoepreep
repen
twinkies
candybar
chocola
snickers
Praline
chocolaatje
chocola
bonbon
chocolade snoep
Schokoladeneis
chocolade-ijs
chocola
Schokoladenstückchen
Schokochips

Voorbeelden van het gebruik van Chocola in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Jij moordt voor chocola.
Du tötest für einen Schokoriegel.
Ik wil je bedanken voor de chocola en bloemen.
Ich wollte dir nur danken, für die Pralinen und die Blumen.
je geld ruikt of in chocola trapt.
Sie Geld riechen oder in Schoko treten.
En de mogelijkheid om een planeet te vernietigen. Dit is perfect voor Sheldon: Chocola.
Schokochips und die Möglichkeit, Planeten per Knopfdruck zu zerstören.
Het is chocola.
Es ist Kakao.
Of chocola? Cheesecake?
Käsekuchen oder Schokokuchen?
Ik lag op de bank chocola te eten en Friends te kijken.
Ich lag auf dem Sofa, aß Schokolade und schaute Friends.
Geen chocola.
Keine Pralinen.
Ik heb liever whisky, maar chocola is ook goed.
Lieber Whiskey, aber Schokoriegel sind ok.
We hebben chocola en haardvuur.
Wir haben Kakao und ein Feuer.
Wat zou jij kiezen: chocola of vanille?
Was ist leckerer, Schoko oder Vanille?
Ze is tevreden met bloemen en chocola.
Sie ist mit Blumen und Schokolade zufrieden.
Allemaal verschillende met chocola?
Es gibt all diese verschiedenen Pralinen?
En denkt dat je chocola hebt uitgevonden.
Der denkt, Schokokuchen wäre deine Erfindung.
Ik wil mint met chocola.
Ich liebe Minze mit Schokosplitter.
Vanille en chocola samen.
Vanille und Schoko zusammen.
Ik dacht dat je wel wat chocola wilde hebben.
Ich dachte, du willst vielleicht einen Kakao.
Kijk uit, hij eet chocola.
Pass auf, er isst Schokoriegel.
Ja, ik verkoop chocola.
Ja, ich verkaufe Schokolade.
Twee kussen en zoveel chocola als je wilt.
Zwei Küsse und so viele Pralinen, wie du essen kannst.
Uitslagen: 912, Tijd: 0.0655

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits