Voorbeelden van het gebruik van Cocon in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dus mevrouw vlinder wilt terug naar haar cocon.
De ring zat in 'n cocon.
Je hebt de afgelopen 25 jaar bevroren in die cocon gezeten.
De ASA had hem in een cocon.
Dat is een cocon.
Je bedoelt toen je in de cocon was?
Ze hebben de cocon opengemaakt.
Stop me maar in zo'n cocon.
Het is gewoon hartverscheurend dat we niet kunnen controleren wat er gebeurd buiten onze cocon.
Moet hij echt niet in een cocon?
Ze hebben een cocon.
Ze hebben de cocon geopend.
De poort was geïnfecteerd zodat mijn cocon en het spel zouden sterven!
In een cocon.
We kunnen deze cocon achterlaten.
Hij maakte een huisje, een cocon.
Ik zit vast in een cocon.
Wat? Het midden van de cocon is leeg.
Cocon.-Met een joint in je hand.
Jullie Fransen.-Cocon. Ja.