Voorbeelden van het gebruik van Crack in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Deze baby is net crack.
Ik heb de hele dag crack gerookt.
Khalil was z'n moeder verloren aan crack.
We hebben wat crack gerookt.
Ik ben niet aan de crack, mam.
Ik heb crack gerookt.
Ze verkopen drugs, crack.
Niet crack dat de hele dag al ligt.
Het is geen'crack'. Wat is crack?
Als hij crack was, zou je je neef voor hem verkopen.
Vijf gram crack, 500 gram poedercocaïne… dezelfde straf.
Verkoop die crack. Rook het niet zelf op.
Mag ik wat crack? Crack?
Is dat crack? Hé, Warren?
Wat zijn enkele van de gevolgen crack op de lange termijn?
Decriminaliseer alle drugs, van cannabis tot crack, maar.
Verkoop je crack?
De deuren moeten op crack of sumthin.
Je verkoopt crack of je speelt basketbal.