Voorbeelden van het gebruik van De fluit in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De fluit is mijn favoriete instrument.
Waar kan de fluit toch zijn?
U heeft beloofd ons de fluit te geven… als u hem had gevonden.
Als ik de fluit heb, bevrijd ik jullie allemaal.
Ik ga de fluit halen.
Dit is de fluit van mijn broer Ying Kong Shi.
Als u ons nodig heeft, blaas dan op de fluit.
Bedankt Hektor, voor de fluit.
Net als die man met de fluit.
Die man met de fluit?
Demersseman schreef talrijke werken voor zijn instrument, de fluit.
Weinkopf bespeelde de tenorsaxofoon en de fluit.
Gedetailleerde informatie over inspelen en onderhoud van de fluit wordt bij aflevering gegeven.
Iedereen haat de fluit.
Gered door de fluit.
En twee, geef me de fluit.
Vergeet hem, inspecteur. De fluit.
Zoals Frans Bruggen de fluit.
Ik kan niet tegen de fluit liegen.
Ons lot… begon met de fluit.