Voorbeelden van het gebruik van Deense in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Als de jarige mijn Deense vader is… is Elsie mijn Deense moeder.
Deense Kitti brutaal en vrolijk gebruikt voor de mens en 's plezier.
Joden, 95% van alle Deense Joden, lukte het om te ontkomen naar het veilig Zweden.
En toen deed die Deense politieagente de deur open.
Het gaat hier om Deense en niet-Deense burgers die buiten Denemarken wonen.
Zeg het. Zeg dat je Deense bent.
Onder Deense heerschappij veranderde het aangezicht van Rügen.
De bab. la Deense werkwoordenenvervoeger is makkelijk in het gebruik.
Hij had een Deense of Hollandse naam.
Van de Sirius-patrouille.- Het zijn Deense soldaten.
Je bent een Deense.
Laten we die Deense hoer een naam geven.
Die Deense prins die geen beslissingen kon nemen. Hamlet.
Engelse en Deense tekst.
Die verdomde, geheelonthoudende, Deense trut.
Ik noemde je vrouw een Deense.
Die Deense prins die geen beslissingen kon nemen.
Deense varkens zijn gezond- ze staan stijf van de penicilline.
Dit continuüm kunnen ook Noorse en Deense sommige dialecten.
Waarom niet dat Deense model?