Voorbeelden van het gebruik van Doder in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Doder dan disco.
Doder van Hindoes.
Je hebt me, Doder.
Wie ben jij?- Kendra. De Doder.
Wie richt? De speler of de Doder?
Het zegt niet wie de doder is maar verkleint de lijst wel.
Jij bent doder dan wij met z'n allen, lul.
De doder moet ze verwijderd hebben.
Je bent de brenger van regen. De doder van dood.
Ik ben een Doder.
Jerome de Doder is aangekomen.
Ze gelooft ook dat de doder nog niet klaar is met de familie.
En veel doder.
Bleek zijn kleine net een felle tegenstander? Voor de doder van Theokoles?
Die ijdeltuit heeft de vampiers meer kwaad gedaan dan welke Doder ook.
Ik ben een doder!
Vertrouw erop en geloof erin dat je nog veel doder kunt zijn dan je nu bent.
Hij is jullie doder niet.
Daar is hij. Sam de Doder.
Ik wou die lastige Doder zoeken.