Voorbeelden van het gebruik van Doder in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik kom naar Sunnydale, ik ben een Doder, de beste in aftuigen.
Geboren In 1847. vampieren doder.
Ietsje doder.
Doder van Hindoes.
Onze doder heeft een geheim.
Daarom breng ik de bekende crimineel en Indianen doder.
maar ik heb 'n Doder.
Je eigen soort bevechten, vriendjes met de Doder.
Dat weet ik. Het is 'n natuurlijke reactie van de Doder.
Vampieren doder.
In deze stad was ze doder dan Javier.
Jawel, Xena, doder van goden.
God zij met jou, doder.
Die ijdeltuit heeft de vampiers meer kwaad gedaan dan welke Doder ook.
Dit keer heb je ons verslagen, Doder, maar volgende keer.
Is dat de Doder?
De geest is de doder van het Ware.
Denk je echt dat Rook onze doder kon zijn?
anders ben je doder dan hij.
Ik was ooit een doder zoals Raines.