Voorbeelden van het gebruik van Een uber in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze gaven een knuffel en belden een Uber.
Nee, met een Uber.
Ik regel een Uber voor je.
Bel een Uber.
In plaats daarvan rijd ik als een Uber Medusa de schoonmoeder naar de kliniek.
Of een Uber.
Zal ik een Uber bellen?
Heeft iemand een Uber gebeld?
Ik heb een Uber opgeroepen.
Zullen we een Uber bellen?
Ik wil een Uber bellen, maar m'n accu is leeg.
Neem je een Uber?
Heeft iemand een Uber besteld?
Bel een Uber.
Ik heb een Uber genomen.
Of een Uber bellen.
Ik heb een Uber gebeld.
In een Uber.
We zoeken een Uber, grijze Mazda,
Ik bestel een Uber voor haar.