Voorbeelden van het gebruik van Een uber in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik moet een Uber bellen.
Ik moet een Uber hebben. Oh shit.
Wil je een Uber delen?
De beste optie is om een taxi of een Uber te nemen.
En ik ga een Uber bellen.
Ik kotste in een Uber.
Waarom achterin? Ik doe alsof je een Uber bent?
dus we nemen wel een Uber.
Dan bel ik een Uber.
O ja, de keer dat we een Uber deelden met Michael Caine.
Ik moest tegen mijn ouders zeggen dat je een Uber was.
Hij neemt een Uber.
Ik bel een Uber.
Ik bel een Uber.
Ik neem een Uber.
Er komt een Uber.
Ze moet maar een Uber nemen.
Misschien was het een Uber.
Hayden nam vanaf drie jaar geleden vaak een Uber van of naar Bushwick.
Dan delen we een Uber.