Voorbeelden van het gebruik van Erik in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Erik en Heather vonden Miles.
Erik. Ja, Erik is goed, hij doet het goed.
Met illustraties van Erik van Ommen.
Vriend van Erik Weissman.
Erik is overal het beste in.
Erik Engelbrekt?
Wat jij en Erik April hebben aangedaan was verschrikkelijk.
Blokland is een broer van(letter)ontwerper Erik van Blokland.
Vriend van Erik Weissman.
Erik, het was aangenaam u terug te ontmoeten.
Dat is gelul over Tara en Erik.
Dat is niet zo eenvoudig, Erik.
Nee. En je kunt de vrouw van Erik niet zijn.
Geschreven door de Zwitserse auteur Erik Von Däniken.
Erik, verdomme man,!
Je bent een vriend van Erik Lee.
Dat is Lena, de vriendin van Erik.
koning Erik.
Erik, Ik…- Ja.- Wacht.
Ik werkte daar met je gozer, Erik Lee.