Voorbeelden van het gebruik van Fascist in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik wilde je pa geen fascist noemen.
Ik ben fascist.
U vormt een alliantie met een fascist.
Ik bedoel dat ik fascist ben.
Ik hoef geen hulp van 'n fascist.
We moeten vieren dat je geen fascist meer bent.
Ik meende het niet dat ik je vader een fascist noemde.
Hij is een fascist, Ada.
Ik laat me hier niet door een vuile fascist voor rooie uitmaken.
Volgende keer noemen ze me waarschijnlijk een fascist.
Stomme fascist. Het zijn meisjesschoenen.
Fascist.- Als ik dat was… dan had ik je naar 'n militaire academie gestuurd.
Criminelen zoals jij roepen"fascist.
Ik heb je gehoord, fascist.
Fascist. Mislukkeling.-Fascist.-Mislukkeling!
Fascist, wat is hier aan de hand?
Wanneer men Bauer als fascist voorstelt zal de arbeider het niet begrijpen.
Jij en die fascist zijn te zien op de kiss cam!
Je bent nogal een fascist geworden van die steen tegen je hoofd.
Wat zie je in die fascist?