FILIPPUS - vertaling in Duits

Voorbeelden van het gebruik van Filippus in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Ecclesiastic category close
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
vooral voor Filippus die, na enige woorden met Natanael te hebben gewisseld, opstond en zei.
insbesondere für Philipp, der sich erhob, nachdem er ein paar Worte mit Nathanael gewechselt hatte, und sagte.
Onthoud, Filippus, dat je een grootse missie op aarde hebt,
Denke daran, Philipp, du hast eine große Sendung auf Erden,
Filippus antwoordde:"Als u met uw hele hart in Jezus gelooft,
Philippus aber sprach: Glaubst du von ganzem Herzen,
wendde Jezus zich tot Andreas en Filippus en zei.
wandte sich Jesus an Andreas und Philipp und sprach.
die koning Filippus ter ere van Julia-Livia liet bouwen.
den König Philippus zu Ehren der Julia-Livia errichtete.
Zelfs ouders kunnen van Filippus leren dat het beter is niet tegen hun kinderen te zeggen'Ga dit doen
Sogar Eltern sollten von Philipp den besseren Weg lernen und zu ihren Kindern nicht sagen:"Geht, macht dies
Zij stond aan de voet van het kruis van Filippus om hem aan te moedigen de blijde boodschap zelfs aan zijn moordenaars te verkondigen,
Sie stand am Fuß von Philipps Kreuz und ermutigte ihn, die frohe Botschaft sogar seinen Mördern zu verkündigen,
bij de put wachten, terwijl Filippus de apostelen meenam om te helpen voedsel
blieb beim Brunnen, während Philipp die Apostel mit sich nahm, damit sie ihm behilflich wären,
Toen Filippus tussen de middag inkopen deed voor het nieuwe kamp
Als Philipp um die Mittagszeit für das neue Lager, das an diesem Tag in
het voor hen een raadsel was. Matteüs, Filippus, en Simon Zelotes waren onzeker
vor einem Rätsel zu stehen; Matthäus, Philipp und Simon Zelotes waren unsicher
Ga bij Filippus zitten.
Geh zu Philippus.
Filippus zou geen kinderen meer krijgen.
Auch Philipps weitere Brüder hatten keine Kinder.
Filippus had een bedrijfje,
Philippus war Handwerker
Filippus legde hem de tekst uit en vertelde over Jezus.
Da begann Philippus zu reden und ausgehend von diesem Schriftwort verkündete er ihm das Evangelium von Jesus.
Toen Filippus hem Jesaja hoorde lezen, vroeg hij hem of hij het ook begreep.
Philippus lief hin und hörte ihn den Propheten Jesaja lesen.
Andreas; Filippus; Bartholomeüs;
Und Andreas und Philippus und Bartholomäus und Matthäus
De Heilige Geest zei tegen Filippus:"Haal die wagen in
Der Geist aber sprach zu Philippus: Gehe hinzu
Antipas kreeg samen met zijn broer Archelaüs en zijn halfbroer Herodes Filippus een opleiding in Rome.
Er wurde zusammen mit seinem älteren Bruder Archelaos und seinem Halbbruder Philippus in Rom erzogen.
Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet?
So lange Zeit bin ich bei euch, und du hast mich nicht erkannt, Philippus?
Filippus nu was van Bethsaida,
Philippus aber war von Bethsaida,
Uitslagen: 111, Tijd: 0.0276

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits