Voorbeelden van het gebruik van Fransoos in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je ziet ze niet, Fransoos.
Ik ben geen Fransoos.
Ik zoek overigens een bepaaId type fransoos.
Ik kom zo, Fransoos.
Lk ben geen Fransoos.
Ik zoek overigens een bepaald type fransoos.
Dus na vandaag ben je vrij?- Nee, Fransoos.
Duidelijk een Fransoos.
Terwijl ik mijn leven riskeer… kruipt mijn vrouw bij een Fransoos.
Geen twijfel. Dat is de Fransoos.
Duidelijk een Fransoos.
Ik geef Fransoos m'n adres, dan kun je me vinden.
Zijn vrienden noemden hem Fransoos. Zie Maurice Theriault.
Het is een fransoos.
Hij is Canadees. Maar geen fransoos, dus dat is oké.
Rustig aan, Fransoos.
Weer zo'n stomme Fransoos.
Mathias is geen gewone Fransoos.
Ik word doodongelukkig zonder deze Fransoos.
Alsjeblieft, Fransoos.