Voorbeelden van het gebruik van Fransoos in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Duidelijk een Fransoos.
Waar is die Fransoos?
Ik zie datde Fransoos opstijgt.
Ik ben geen Fransoos.
Op een boot met een rare Fransoos?
ik ben zo vies als een Fransoos.
Wat zei de ene uitgedroogde fransoos tegen de ander?
Zo'n wapen in handen van een gestoorde Fransoos.
Waar is mijn fransoos?
Het betekent,"Rot op, Fransoos".
Had je een bepaald imperialistisch land in gedachten, Fransoos?
Ik geef Fransoos m'n adres, dan kun je me vinden.
De Fransoos heeft z'n kerstcadeaus gekocht.
Dom als een fransoos!
Jullie hakken de Fransoos in tweeën.
Hij heeft 't van 'n dode fransoos.
jij was vreemdgegaan met die Fransoos?
Hij is Canadees. Maar geen fransoos, dus dat is oké.
Dit is mijn Fransoos.
Het is mijn Fransoos.