Voorbeelden van het gebruik van Grootvader in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Grootvader of grootpa? Dit is opa.
Het graf van zijn grootvader, ja.
Vriend van je grootvader.
Jacques Sauniere was mijn grootvader.
Grootmoeder, grootvader, Iaat ze het niel doen!
Je grootvader kon helaas niet komen.
Pogonina leerde schaken van haar grootvader toen ze vijf jaar oud was.
Mijn grootvader had een kerselaar.
Grootvader, wat doe je?
Een man die de oude zaak van z'n grootvader opgebouwd heeft.
Mijn vader en grootvader waren boeren.
Ik had het Omega-horloge van mijn grootvader.- Maar…?
Je grootvader kan je gedrag niet meer goedpraten bij de ouderlingen.
We zijn alle drie grootvader en dat is dat.- Goed.
Zijn grootvader was priester.
M'n grootvader had een knopenfabriek.
Mijn grootvader gaf hem me, toen ik 7 jaar oud was.
We waren hier al voor mijn grootvader.
Die van mij, mijn vader, mijn grootvader.
Onze grootvader was Egon Spengler.