Voorbeelden van het gebruik van Halsketting in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat is zijn halsketting.
Je halsketting.
Je mag die halsketting nooit afdoen.
Heb je mijn halsketting gezien?
Enkele dagen geleden verloor ik een halsketting, een familiestuk.
We zijn op zoek naar een halsketting.
Dag.- Dag. Je draagt de halsketting.
Ze gaf me een halsketting.
En gisteravond in New York, een halsketting.
Mijn moeder had een halsketting.
We moeten praten over haar halsketting.
Ringen. Handtas. Halsketting.
Vergeet de halsketting niet.
Ruthie, je moeder's halsketting.
Dat is Rebecca's halsketting.
Ik wil je grote halsketting niet zijn.
Hij kocht zijn halsketting.
Dit is een sluiting van een halsketting.
Voor Junior was het zijn halsketting.
En ik neem die halsketting terug. Wat?