Voorbeelden van het gebruik van Ik speel in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik speel met m'n auto's!
Ik speel Brienne in Game of Thrones.
Ik speel zelf tegen hem.
Ik speel 'm niet af op die klote hi-fi.
Ik speel maar een spelletje.
Artie Burns, ik speel met Leah samen in de Oaks Bistro.
Ik speel gitaar.
Ik speel uw partijen al van kleins af aan.
Oké, ik speel mee.
Hou je mond. Ik speel hem af.
Ik speel geen aap.
Ik speel Tommy Ross, de buurjongen.
Ik speel dit spel niet meer mee.
Ik speel al m'n hele leven piano.
Mandy, ik speel maar een beetje!
Hou je mond. Ik speel hem af.
Ik speel"Halo 5" met mijn ploeggenootjes.
Ik speel haar liefhebbende dochter.
Ik speel niet zo vaak meer.
Ik speel viool in het Filharmonisch Orkest.