Voorbeelden van het gebruik van Ik speel in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mijn naam is Carlos en ik speel"Rui Miguel".
Robert, ik speel al jaren kantoorpolitiek voor jou.
Ja, ik speel online met mijn neef.
Ik speel spelletjes lang voor ik jou kende.
Ik speel of ik sterf.
Ik speel het spel mee!
Ik speel de two-Spot.
Ik speel hier de tweede viool.
Mijn naam is Sabrina Lopes en ik speel"Sandra".
Jij speelt het vuil, ik speel het vuil.
Mijn naam is Eric Wendell, en ik speel.
Of ik sterf Ik speel.
Ik speel Elmont, een ridder met prachtig haar.
Trouwens ik speel raquetbal met enkele psychiaters.
Weet je, ik speel piano.- Nee.
Maar ik speel trompet… ook.
Ik speel heel slecht.