Voorbeelden van het gebruik van Ivar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jij luistert. Ivar is niet aardig.
Doe dat niet, Ivar.
Ik ben niemand z'n hond, Ivar.
Ik wil je niet volgen, Ivar.
Ik heb alleen jou, Ivar.
Maar ik dacht dat Ivar me zou vermoorden.
Ik ben de god Ivar.
Net als mijn zoon Ivar.
Ik heb een boodschap voor u, Ivar de Beenloze.
Alleen mijn zoon Ivar en ik.
Vandaag niet, Ivar.
Ze hield alleen Ivar.
Ik heb haar gedood, Ivar.
Laat mijn kreupele zoon Ivar naar huis gaan.
Ivar pleegt tijdens de bosdienst zelfmoord door verdrinking in zee.
Ivar is een Scandinavische jongensnaam.
Maar Ivar is een ander verhaal.
Ik dacht dat ze Ivar was. Waarom?
Lester Ivar had geen astma.
Nadat Hakan verbannen werd… tolereerde de mensen minder het gedrag van Ivar.