Voorbeelden van het gebruik van Karin in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het is hun schuld dat mijn Karin dood is.
Maar… hoe hebt u Karin gevonden? Bedankt!
Thierry, waarom antwoordde Karin niet?
Karin belde, Karin Grimstad.
Ik ben Karin Rasenberg.
Ik heb iets van je geleerd, Karin.
Als Björn weg is en Karin niet meer huilt.
Dit zijn mijn vrienden Henrik en Karin.
Karin heeft besloten dat ze wil scheiden.
Karin en Jef vinden het walgelijk.
Karin zal altijd binnen deze muren blijven.
Ken je Karin Rasenberg,?
En Karin had niet zoveel geld.
Karin, Peter, jou en mij.
Peter. Karin, breng dit naar boven.
Ik had met Karin en de kinderen naar het meer kunnen gaan!
Karin, breng dit naar boven. Peter.
Vraag nr. 59 van Karin Riis-Jørgensen H-0415/95.
De Voorzitter.- Vraag nr. 48 van Karin Riis-Jørgensen H-0895/95.
Ekenger, Karin.