Voorbeelden van het gebruik van Leena in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Artie heeft Leena vermoord.
Ik moet naar Leena.
Dag, ik ben Leena.
En deze is voor Leena.
Mevrouw Leena LUHTANENminister van Verkeer.
Mevrouw Leena LUTHANENminister van Verkeer.
Moet Leena die hebben?
Oké, ik ga Leena bellen.
Het gaat Leena niet redden.
Leena, tijd om te gaan.
Het is waar Leena werkte.
Leena, waar ben je?
Het spijt me, Leena.
Mevrouw Leena LUHTANENminister van Verkeer.
Er is iets mis bij Leena.
Ze… Het was Leena!
Leena, godzijdank! Artie?
Leena vertelde me dat je fret.
Leena was echt goed.
Heeft Arthur Nielsen Leena vermoord?