Voorbeelden van het gebruik van Marshmallows in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En toen? Marshmallows.
Nee, een fornuis. Marshmallows?
Niets. Marshmallows eten.
Blijf uit mijn kar. Marshmallows.
Marshmallows. Alsjeblieft, lieverd!
De marshmallows zijn op.
Ik probeer altijd een paar marshmallows tot het einde te bewaren… maar dat haal ik nooit.
En marshmallows?
En de marshmallows en mijn gitaar.
Alle marshmallows zijn op.
Als je marshmallows wil, die zijn er niet.
Kamperen zonder marshmallows gaat niet.
Mike, de hond geeft marshmallows over over het hele bed.
Herman Brood haalt alle marshmallows eruit. Ook goed.
En marshmallows en mijn gitaar.
Stop die marshmallows in z'n oren!
Hier staat dat marshmallows in pudding een lust zijn voor het oog.
Hé, geef mij die marshmallows voor bij mijn chocolade melk.
Maar meer nog dan van marshmallows met chocolade hield hij van het vlees van kampeerders.