Voorbeelden van het gebruik van Nah in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Is het wat? Nah, over het algemeen rolstoelen die op elkaar inbeuken.
Nah, ik ben blij met Half-Sack.
Is het belangrijk? Nah, het is stom?
Nah, het is stom.
Nah, het is gewoon een ingegroeide.
Nah, Tommy wist het niet.
Nah, dat doen zij.
Nah, ik zie het niet zo.
Nah, dat heb ik niet.
Nah. Dus wat doen we?
Nah, ik ben de beste die je ooit zult hebben.
Nah. Ik bedoel, hij is echt goed.
Nah, ken ik niet.
Nah. Wedden van niet.
Nah, Babyface heeft gelijk.
Nah, het was te snel.
Nah, de goede?
Oke, laten we dit doen. Nah, kan de lerarenkamer niet in gaan.
Nah, Het is waarschijnlijk een goed idee.
Nah, die glimlacht gewoon naar je.